Welke soorten wijnbouw bestaan er vandaag?

  1. Traditionele wijnbouw: Er wordt gesproeid en bemest volgens vaste schema’s. A.h.w. op de klok wordt er op dat vast moment insecticiden of herbiciden gesproeid.
  2. “lutte raisonée” bv Terra vitis: er wordt alleen gesproeid of chemicaliën toegediend als het nodig is. Er wordt dus niet preventief behandeld maar alleen curatief. Pas als er tekenen van een infectie zijn, wordt er met “geneesmiddelen” ingegrepen. Is een persoonlijke keuze van de wijnbouwer, er is hier geen controle op.
  3. Biologische wijnbouw : Agriculture biologique. Er is hier duidelijk een regelgeving en controle over om dit Bio-label te verdienen. Geen of zo weinig mogelijk chemische stoffen worden gebruikt.
  4. Bio-dynamische wijnbouw, is volgens de leer van Rudolf Steinert. Bv. Demeter. Er zijn duidelijke richtlijnen en controle. Men streeft een volledige harmonie na tussen natuur en bodem. Er wordt rekening gehouden met de stand van de maan.

haha

Gelijkaardige weetjes

Deze vind je ook vast interessant:

Volgorde wijn serveren bij maaltijd

Leuke wijnen bij de feestmaaltijd.

Tips and tricks! Maar wat als je verschillende wijnen schenkt?
In welke volgorde doe je dit ?

 

Belangrijk is te groeien, te stijgen ….op alle vlak.

 

Wit voor rood. Gemiddeld gesproken is de witte wijn “lichter”, “minder uitgesproken” dan de rode. Dus daarom die volgorde.

De jongere wijn wordt vroeger geschonken dan de oudere. De jongere wijn heeft meestal een frissere neus, meer zuren, nog meer (onrijp soms) fruit. Wordt ook aan een ‘koelere’ temperatuur geschonken. De oudere wijn ontwikkelt meer body, meer tertiaire aroma’s, meer dierlijk, meer leder en tabak bij de rode én wordt dus ook wat warmer geserveerd.

De frisse stijl van wijn komt best vroeger dan de volle stijl van wijn. Bv een frisse sauvignon blanc gemaakt op inox komt beter voor de witte bourgogne waarbij de chardonnay druif op houten vaten opgevoed is.

Tijdens de maaltijd neemt ook best de alcoholgraad in de wijn toe, de meest alcoholische wijn komt best laatst! Ook qua mondgevoel, bij de alcoholische gisting worden suikers omgezet tot alcohol maar als “bijproduct” wordt glycerol gevormd. Dit zorgt voor een voller (en zwaarder) mondgevoel!

De krachtigste, meest complexe wijn komt ook best later bij de maaltijd. De meer aromatische wijnen horen hier ook bij.

 

Dit betekent meestal ook dat de kostprijs van de wijn in de loop van de maaltijd toeneemt !

Dus best dus groeien in wijn maar meestal ook groeien in de kracht van je gerecht!
Best dus ook het frissere, lichtere gerecht eerst én dan toename in kracht, complexiteit, mondgevoel, etc….

Met deze regeltjes kunnen jullie extra genieten van een goed glas wijn.

Schenktemperaturen zijn zeer belangrijk, zonder je te verliezen in details maar met een “verkeerde” temperatuur kun je je wijn toch wel naar beneden halen.

 

Besef wel dat je best de wijn iets te fris serveert in de zomer omdat de wijn snel in het glas warmer wordt .

Té koud serveren is ook nefast omdat je de aroma’s verdoezelt door de koude. Al te vaak wordt een rosé véél te fris geschonken ….. omdat het als een verfrissende terraswijn geschonken wordt.

Deze tabel is een richtinggever maar bij iedere wijn moet je jezelf afvragen welk aspect van mijn wijn wil ik tonen aan mijn gasten? Hierdoor kan het zijn dat je de wijn iets frisser of warmer presenteert dan dat hier aangegeven is.

 

Veel plezier !

 

8°C Mousserend en zoet wit (en rood)
10°C Fris en halfzoet wit
12°C Vol wit en rosé
14°C Versterkt wit (droog), rosé en fruitig rood
16°C Krachtig en versterkt rood (droog)
18°C Gerijpt rood
  1. De meest gebruikte vinificatie-techniek is de pressurage direct. Na de pluk wordt de most (het druivensap, het papje van de al of niet gekneusde en ontritste druiven) nagenoeg onmiddellijk geperst. We verkrijgen een licht gekleurde rosé met vaak aroma’s van agrum-vruchten en steenfruit zoals perzik en soms ook een florale toets.
  2. De koude maceratie, is een tweede manier. De most wordt gekoeld waardoor de alcoholische fermentatie (de omzetting van suiker naar alcohol door gisten) niet start. De druiven met schil blijven weken (maceratie) waarbij kleur uit de schil (polyfenolen) in de most terecht komen. Bijkomende fruitaroma’s vanuit de druivenschil komen ook op deze manier in de wijn. De rosé is een feller en intenser gekleurde wijn met een uitgebreider fruitpalet.
  3. De saignéé-methode zoals bij Tavel. Tijdens de vinificatie van rode wijn en een maceratie na ( en tijdens) de alcoholische fermentatie wordt de lekwijn (de wijn die zonder persen, spontaan uit de druiven, de schillen, het sap, de hoed, etc… lekt) opgevangen en hiervan wordt een donkerder rosé gemaakt met een zeer intense kleur, waarbij ook tannines in de rosé verschijnen.
  4. Mengen van witte en rode wijn. Dit is een minder kwaliteitsvolle manier van rosé maken dat verbazend genoeg toegelaten is bij de productie van champagne. Rosé champagne wordt ook (én meer én meer) gemaakt via maceratie .
  5. Des cépages teinturiées. Druiven hebben meestal op zich een kleurloos sap, alle kleur komt uit de schil. Er zijn een klein aantal druiven die een gekleurd sap aanmaken, de bekendste is de Alicante Bouschet. De wijn uit deze druiven is ook een wijn met rosé-stijl.

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief en ontvang updates, aanbiedingen en wijnadvies.

    Inschrijven

    Vinum et Plura

    Ben je meerderjarig? *

    * Je moet de wettelijk toegestane leeftijd van 18 jaar hebben om alcohol aan te kopen.